Arenbergkasteel ASRO te Heverlee

Het Arenbergkasteel is gelegen aan de oever van Dijle, op enkele kilometers afstand van de stad Leuven. Het is omgeven door het kasteelpark. In de onmiddellijke nabijheid situeert zich aan de westzijde de Oude Molen. De huidige westvleugel van het kasteel vervangt de oorspronkelijke, uit de 16de (of wellicht uit de 15de) eeuw stammende westelijke woonvleugel. Deze brandde door de nalatigheid van de huisbewaarder af in januari 1644. De functie van deze vleugel is van meet af aan utilitair: opslagplaats, werkplaats, koetsruimte, stalling. De oudst vermelde functie is die van remise, met woonruimten op de eerste verdieping.

Bij start van het project bevonden zich in de westvleugel een onthaal, een secretariaat, 2 leslokalen en een atelier van het departement ASRO [Architectuur, Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening], faculteit TW, KULeuven. Ook elders in het kasteel en in de Oude Molen bevinden zich ruimten van het departement ASRO.

De representativiteit en functionaliteit van de beschikbare ruimtes was een architectuurschool onwaardig. De verbouwing voorzag in het herstellen van de oorspronkelijke geleding en opbouw van deze vleugel en het zichtbaar maken van het departement binnen het gegeven van een beschermd gebouw. De 18e-eeuwse trap verbond bij aanvang enkel nog de 1ste verdieping met de 3e verdieping. Op deze plaats bevond zich echter reeds sinds de 16e een trap vertrekkende vanaf het gelijkvloers. Aanvankelijk in steen, later, vanaf 18 de eeuw, in hout. Het opnieuw herstellen van deze circulatie (met een houten, hedendaags gedetailleerde trap in voorafgaand overleg met M&L) vergemakkelijkte tevens de huidige omslachtige circulatie in het westelijk deel van het kasteel. Op het gelijkvloers werd de trap toegankelijk gemaakt vanuit de westvleugel met een nieuwe muuropening. De toegang in de oostgevel ligt op het knooppunt tussen heel wat circulaties, zowel horizontaal als verticaal (horizontaal tussen kasteel en molen; verticaal in het westelijk deel van het kasteel). Aanvullend op de gevelperforatie tov de toegang werden in de westgevel nog enkele smalle verticale gevelopeningen voorzien. Bij alle nieuwe openingen gaat veel aandacht naar een “fijne” hedendaagse detaillering die niet wil concurreren met de detaillering van de bestaande ‘oude’ geveluitsnijdingen: - dagkanten van uitsnijdingen werden afgewerkt met platstaal; en niet met bijv. een rollaag zoals de oude raamopeningen; - het nieuwe schrijnwerk zit ofwel in het buitenvlak van de gevel, of in het binnenvlak van de gevel; en zeker niet in hetzelfde vlak als het bestaande schrijnwerk; - raamafmetingen en verhoudingen zijn duidelijk verschillend van de “oude” uitsnijdingen De zolderverdieping bleef ongewijzigd (wordt niet ingericht).Een zicht-betonnen trap, aan de binnenzijde bekleed met eik, verbindt de 18e-eeuwse trap met de eerste verdieping van de westvleugel en is tegelijk circulatie en verlichting. Tegelijk werd al het vast meubilair ontworpen voor secretariaat, begeleiderslokaal, vergaderruimte, valvengang.